Over Loodswezen
Onze diensten
Onze loodsen begeleiden schepen veilig en vlot van en naar de havens in Vlaanderen. Ze staan hiervoor 24 op 7 paraat, in alle weersomstandigheden. Deze dienst beschikt over ultiem vakmanschap en nautische expertise over alle wateren, de vele zandbakken, wrakken en getijden die de aanloop van onze havens vormen.
Loodswezen biedt drie diensten aan: loodsen, loodsen op afstand en nautisch advies. Die diensten worden efficiënt, transparant, duurzaam en klantgericht uitgevoerd en de deontologische code van de Vlaamse overheid wordt nageleefd.
Gecertificeerde beloodsingsvloot
Het Loodswezen streeft eveneens naar constante kwaliteitsverbetering van haar diensten: loodsen, loodsen op afstand en nautisch advies.
Geschiedenis

Het Loodswezen heeft een rijk en lang verleden. Officieel bestaat het als overheidsdienst in ons land sinds 1839, maar loodsdiensten bestaan al veel langer dan dat.
Onze havens hebben doorheen de geschiedenis altijd gefungeerd als de 'economische poorten van Vlaanderen'. Hierbij speelden, en spelen, de loodsen een belangrijke rol.
De geschiedenis van het Loodswezen kort samengevat:

De oudste documenten
De oudste bekende geschreven bepalingen over het loodsen in Noordwest-Europa zijn opgenomen in de Rollen van Oléron, de vonnissen van Damme en het Consulaat van de zee. In deze bepalingen werden de verhoudingen met de kapitein alsook de aansprakelijkheid van de loods geregeld.
Een publiekrechtelijke organisatie van het loodsen kwam in de Vlaamse regio tot stand onder de Bourgondiërs. Vanaf de vijftiende eeuw moesten de loodsen aan de kust erkend zijn door de stadsbesturen. In Antwerpen werd de organisatie van de loodsdienst ook geregeld door de stadsmagistraat.
Bijzonder is dat de overheid al sinds het Ancien Régime toezicht hield op het loodsen. Dit illustreert onder meer het belang van deze activiteit voor de economische ontplooiing van de Vlaamse havens.

De Franse wetgeving
Zoals op tal van andere domeinen voerden de Franse bezetters rond beloodsing een voor alle streken éénvormig en meer systematische regeling in. Een keizerlijk ‘décret’ van 12 december 1806 regelde de benoeming, de opdrachten en de bezoldiging van de loodsen.

Het Hollands bewind
Tijdens het Hollands bewind werd de centrale loodsadministratie in Oostende gereorganiseerd. In dezelfde periode werd voor het eerst, bij gemeenteraadsverordeningen, het loodsen binnen de Antwerpse havendokken gereglementeerd.

De Belgisch-Nederlandse verdragsregeling
Het tractaat van 5 november 1842 was de basis voor het Scheldereglement, ondertekend op 11 januari 1995.
Hierin wordt het statuut van de Schelde en het kanaal Gent-Terneuzen bepaald en een aparte reglementering van het loodsen.

Oprichting Belgische loodsdienst
Na de Belgische revolutie had de stad Oostende haar oude rechten voor de organisatie van de loodsdienst hernomen. De stad Antwerpen oefende toen al toezicht op het loodsen door middel van een Koninklijk Besluit.
In uitvoering van artikel 9 van het tractaat van 19 april 1839 plaatste de wet van 1 juni 1839 ‘het loodsen van schepen’ definitief onder de bevoegdheid van de centrale regering.
De wet van 3 november 1967 over het loodsen van zeevaartuigen
De wet van 3 november 1967 past de reglementering over het loodsen van zeevaartuigen aan aan de feitelijke ontwikkelingen en werd juridisch vaster onderbouwd. Aan de afspraken met Nederland werd niets veranderd.
Deze wet werd opnieuw gewijzigd op 30 augustus 1988. Daarin werden de aansprakelijkheden verder geregeld op basis van algemeen bekende en aanvaarde rechtspraak.
De staatshervorming van 1988
Door de bijzondere wet van 8 augustus 1988 werd het loodsen van zeevaartuigen aangemerkt als een aangelegenheid waarvoor de Gewesten bevoegd zijn.
Hierdoor werden heel wat diensten die nu onder de bevoegdheid van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust vallen, overgedragen naar het Vlaamse Gewest.